Zo veranderen mensen als ze uit de armoede komen

“Money is good, but a strong mind is better”, zegt landmanager Fabrice Ngenzi over een krakerige Skype-connectie. Hij is net terug van een reis naar de dorpen rondom Musanze waar hij baseline-metingen heeft verricht bij nieuwe deelnemers aan het 100WEEKS-programma. Studenten van de INES-hogeschool in Musanze die voor 100WEEKS telefonisch impactonderzoek uitvoeren, gingen met hem mee. Zij zijn nog nooit zo diep het Rwandese platteland op geweest en zijn geschokt door de omstandigheden die ze aantreffen. Een huis dat ze bezochten in Denemba had een gat in het dak. Toen een student vroeg hoe ze het regenseizoen doorkwamen was het antwoord: “Dan slapen we niet.”

Fabrice zag iets anders. Hij is nu al drie jaar landmanager voor 100WEEKS en wat hem altijd opvalt is wat de wekelijkse giften met mensen doen die in armoede leven. “Een klein beetje geld kan een grote verandering in iemands geest teweeg brengen”, vertelt hij. “Voor sommigen is het net als wakker worden.”

Wanneer de vrouwen beginnen aan het programma overheerst vaak een gevoel van hulpeloosheid, zegt Fabrice. “Mensen denken dat ze niks kunnen bereiken omdat ze toch geen geld hebben om iets mee te doen.” Die stemming slaat om als in de groep het besef neerdaalt dat er aan de toekomst gewerkt kan worden. Die verandering is permanent. Ook na afronding van het programma gaat het nog steeds beter met de vrouwen.

De waarneming van Fabrice wordt ook gestaafd door cijfers. In de 100WEEKS impact surveys, zit een vraag over psychologische weerbaarheid: hebben de vrouwen het gevoel dat ze hun problemen zelfstandig kunnen overwinnen? Bij de laatste groep waarvan data beschikbaar zijn, steeg het percentage dat ‘ja’ antwoordde op deze vraag binnen 20 weken van 10% naar 70%. Een getal dat daarna hoog blijft.

Als voorbeeld van iemand die grote stappen heeft gemaakt noemt Fabrice Pelagie (35) uit groep 6, wiens kind een hartprobleem had. “Zij was echt ten einde raad”, zegt Fabrice. Pelagie had geen man om op terug te vallen en moest regelmatig naar Oeganda reizen voor behandeling. Met het 100WEEKS-geld schafte ze een schaap aan en begon ze een handel in aardappelen. De inkomsten daaruit geven haar nu de zekerheid dat ze de medicatie voor haar kind kan betalen. De rust is terug en ze kan weer vooruit plannen. Fabrice spreekt haar nog regelmatig. “Ze heeft de regie over haar eigen leven teruggepakt”, aldus Fabrice. “Het is mooi dat we daar als organisatie aan hebben kunnen bijdragen.”

“Money is good, but a strong mind is better”, zegt landmanager Fabrice Ngenzi over een krakerige Skype-connectie. Hij is net terug van een reis naar de dorpen rondom Musanze waar hij baseline-metingen heeft verricht bij nieuwe deelnemers aan het 100WEEKS-programma. Studenten van de INES-hogeschool in Musanze die voor 100WEEKS telefonisch impactonderzoek uitvoeren, gingen met hem mee. Zij zijn nog nooit zo diep het Rwandese platteland op geweest en zijn geschokt door de omstandigheden die ze aantreffen. Een huis dat ze bezochten in Denemba had een gat in het dak. Toen een student vroeg hoe ze het regenseizoen doorkwamen was het antwoord: “Dan slapen we niet.”

Fabrice zag iets anders. Hij is nu al drie jaar landmanager voor 100WEEKS en wat hem altijd opvalt is wat de wekelijkse giften met mensen doen die in armoede leven. “Een klein beetje geld kan een grote verandering in iemands geest teweeg brengen”, vertelt hij. “Voor sommigen is het net als wakker worden.”

Wanneer de vrouwen beginnen aan het programma overheerst vaak een gevoel van hulpeloosheid, zegt Fabrice. “Mensen denken dat ze niks kunnen bereiken omdat ze toch geen geld hebben om iets mee te doen.” Die stemming slaat om als in de groep het besef neerdaalt dat er aan de toekomst gewerkt kan worden. Die verandering is permanent. Ook na afronding van het programma gaat het nog steeds beter met de vrouwen.

De waarneming van Fabrice wordt ook gestaafd door cijfers. In de 100WEEKS impact surveys, zit een vraag over psychologische weerbaarheid: hebben de vrouwen het gevoel dat ze hun problemen zelfstandig kunnen overwinnen? Bij de laatste groep waarvan data beschikbaar zijn, steeg het percentage dat ‘ja’ antwoordde op deze vraag binnen 20 weken van 10% naar 70%. Een getal dat daarna hoog blijft.

Als voorbeeld van iemand die grote stappen heeft gemaakt noemt Fabrice Pelagie (35) uit groep 6, wiens kind een hartprobleem had. “Zij was echt ten einde raad”, zegt Fabrice. Pelagie had geen man om op terug te vallen en moest regelmatig naar Oeganda reizen voor behandeling. Met het 100WEEKS-geld schafte ze een schaap aan en begon ze een handel in aardappelen. De inkomsten daaruit geven haar nu de zekerheid dat ze de medicatie voor haar kind kan betalen. De rust is terug en ze kan weer vooruit plannen. Fabrice spreekt haar nog regelmatig. “Ze heeft de regie over haar eigen leven teruggepakt”, aldus Fabrice. “Het is mooi dat we daar als organisatie aan hebben kunnen bijdragen.”