In januari bezocht Jeroen groep 1 in Rwanda, de eerst tien vrouwen waarmee het allemaal begon. Een jaar geleden rondden ze hun programma af. Hoe gaat het nu met ze?
Met Virginie, Providence, Claudine en Clementine gaat het voorspoedig. Het zijn echte ondernemers. Ze doen goede zaken - bijvoorbeeld met de handel in tweedehands schoenen, bonen en groenten. Ze kochten een stuk grond of knapten hun huizen op.
Chantal vertelde dat ze het niet makkelijk heeft. Ze heeft een stevig eigen huis nu, en een koe waarvan ze de kalveren kan verkopen. Maar ze is weduwe, in de vijftig, vaak ziek en heeft ook nog eens vijf kinderen die thuis wonen. We zouden haar het liefste willen helpen en weer geld geven, maar zo werkt het principe van 100WEEKS nou eenmaal niet. Het geld dient als springplank, niet als permanente uitkering.
Voor bijna alle vrouwen van deze groep geldt dat ze met de financiële steun die ze via 100WEEKS ontvingen nu boven de armoedegrens leven, tweemaal per dag eten en hun kinderen naar school gaan. Dat is een mooi resultaat.
Wat we hebben geleerd van groep 1 is dat een training in eenvoudig boekhouden en de wekelijkse groepsbijeenkomsten belangrijk zijn voor de ontwikkeling van de vrouwen - dat gebeurt nu dan ook structureel.